In al haar wijsheid heeft
het Europese parlement recentelijk aangegeven dat de sociale woningvoorraad
voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Die uitspraak sluit in mijn ogen
prima aan bij de opmerking "wij voeren geen inkomenspolitiek" die
valt te beluisteren uit de monden van veel bestuurders van woningcorporaties.
In een utopische situatie
waarin sprake is van een ongelimiteerde beschikbaarheid van middelen valt
wellicht weinig in te brengen tegen dergelijke uitspraken. In de echte wereld,
waarin middelen om specifieke doelen te bereiken schaars zijn leiden dergelijke
uitgangspunten tot een inefficiënte aanwending van middelen.
Als het voeren van
inkomenspolitiek slechts aan de overheid is voorbehouden zou er geen
bestaansgrond zijn voor woningcorporaties in hun huidige vorm. De inzet van de
overheid zou in dat geval toereikend zijn om als aanvulling op een aanbod van
'de markt' om betaalbare huisvesting voor iedereen te borgen. Een ontoereikend
of falend overheidsbeleid op dit punt geeft woningcorporaties juist hun
bestaansrecht.
In ondernemingsplannen
staat dan ook meestal keurig geformuleerd op welke doelgroepen een
woningcorporatie zich focust. De onderliggende doelstellingen staan niet op
zichzelf maar vloeien voort uit de prestatievelden uit het Besluit Beheer
Sociale Huursector (BBSH). Het zorgdragen voor huisvesting voor diegenen die
daarin niet zelfstandig kunnen voorzien vormt een belangrijk uitgangspunt. Dat
niet zelfstandig kunnen voorzien is veelal gerelateerd aan een niet toereikend
huishoudensinkomen. Het probleem waarvoor corporaties een oplossing wensen te
bieden is daarmee per definitie inkomensgerelateerd. Het ligt dan toch voor de
hand dat het beleid dat moet leiden tot passende oplossingen dat ook is !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten