woensdag 13 juni 2012

Zorgen voor zorg


Gisteren was ik aanwezig bij een conferentie over het scheiden van wonen en zorg, georganiseerd door het OTB. Het onderwerp is duidelijk ‘hot’ gezien het grote aantal deelnemers, met name uit de hoek van corporaties en gemeenten.

Er staat dan ook veel te gebeuren. Tegen het licht van een snel vergrijzende bevolking worden een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de zorg. De eerste, reeds in gang gezette wijziging betreft de geleidelijke overgang in de periode 2012 t/m 2018 van een op nacalculatie gebaseerde vergoeding voor de huisvestingskosten naar een genormeerde vergoeding (de normatieve huisvestingscomponent). Gevolg voor zorginstellingen is onder andere dat zij met een leegstandsrisico worden geconfronteerd.

De tweede wijziging betreft het scheiden van wonen en zorg. Voor de zogenaamde ‘zorgzwaartepakketten’ 1 & 2 en wellicht ook 3 & 4 zal voor de huisvesting ‘gewoon’ huur in rekening moeten worden gebracht. Naast de financiële risico’s die ook dit met zich meebrengt worden zorginstellingen daardoor geconfronteerd met een verhuurproces waarmee zij in de meeste gevallen geen ervaring hebben.

Het is mooi om te zien dat in het kader van de scheiding van wonen en zorg zowel zorginstellingen als corporaties zoeken naar creatieve oplossingen om invulling te geven aan de uitdagingen die besloten liggen in de aangekondigde stelselwijzigingen. Ik vind het alleen jammer dat die invulling bijna altijd wordt gezocht door te streven naar nauwe onderlinge samenwerking.

Bij een ver doorgevoerde onderlinge samenwerking lijkt van een echte scheiding van wonen en zorg geen sprake meer. Het biedt slechts een technische oplossing voor de specifieke problemen die ervoor moet zorgen dat partijen zo min mogelijk hinder ondervinden van de door te voeren fundamentele wijziging van het stelsel. De onderlinge afhankelijkheid wordt daarbij bovendien vergroot. Die afhankelijkheid brengt risico’s met zich mee omdat de continuïteit van zowel zorginstellingen als corporaties geen goudgerande zekerheid meer is. Bovendien dreigt de keuzevrijheid van de zorgconsument al snel te worden ingeperkt

Een vertrekpunt waarbij de zorginfrastructuur echt wordt losgekoppeld van de leverancier van zorg zou ik persoonlijk veel interessanter vinden. Zorg zou naar mijn mening - net zoals bijvoorbeeld energieleveranties – veel meer moeten worden gezien als een basisvoorziening, ondersteunend aan het wonen. Bewoners, corporaties en gemeenten hebben belang bij het realiseren en beheren van die infrastructuur. Zorginstellingen kunnen vervolgens gebruik maken van die voorzieningen om hun zorgdiensten te leveren. Keuzevrijheid voor de consument is daarbij een belangrijk uitgangspunt.

De fraaiste variant is een scenario waarbij bewoners (huurders én eigenaar-bewoners) zich verenigen om de zorginfrastructuur te realiseren en beheren in de vorm van een buurtbedrijf of -coöperatie. Corporaties en gemeenten nemen in dat geval een faciliterende rol op zich. Ik nodig iedereen die mee wil denken over de verdere uitwerking van dit gedachtengoed van harte uit om contact met mij op te nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten